Ja en dan moet je ineens één van de Beatles albums gaan recenseren. En misschien is the White Album dan nog wel de meest ingewikkelde. Het album begint ijzersterk met U.S.S.R. en Dear Prudence. De serie kinderlijke liedjes daarna vallen altijd een beetje rouw op mijn dak. Ja, McCartney is een koning van simpele melodieën een mee-fluit-liedjes. Maar het is zo lastig schakelen als na Ob-La-Di, Honey Pie en Bungalow Bill ineens While My Guitar Gently Wheeps instart. En zo gaat het de rest van de plaat door. Daarmee lijkt het meer de stapel van alle beschikbare liedjes, zonder na te denken wat nu echt een album maakt. En dat na Sgt. Peppers, waar dát juist zo goed is. Dat zal hier dan waarschijnlijk het idee zijn geweest. Want één ding op the White Album stijgt boven alles uit: het iedje. De liedjes zijn zo ontzettend goed. Ze zijn kort, lijken soms niet eens af en worden daardoor nooit een volledig nummer. Maar in dit alles zijn ze prachtig en ijzersterk. En het zijn er ook veel. Te veel. En een ook dit album is echt te lang. Daardoor wel veel highlights: Back in the U.S.S.R. Dear Prudence Happiness is a Warm Gun Yer Blues Helter Skelter